Skip links
Terug naar alles van Politiek

Van alle Brabantse wethouders wonen er 25 niet in hun eigen gemeente. Wij vroegen ze hoe dat komt

In veel gemeenten is het steeds moeilijker om een geschikte wethouder te vinden. Raadsfracties halen daarom regelmatig een wethouder van buiten de gemeentegrenzen. Die moeten soms een flinke afstand reizen om op hun werk te komen. Wat doet dat met de binding tussen de inwoners en het lokaal bestuur?

Wethouders moeten in principe in de gemeente moeten wonen waar ze werken. Logisch, zou je zeggen: hun betrokkenheid bij de gemeente is daardoor sterker. Een wethouder die tussen de inwoners woont, beschouwt zich op z’n minst als hun gelijke. Dat dat lang niet altijd gebeurt, moge duidelijk zijn. Wethouders kunnen van de gemeenteraad een ontheffing krijgen: daarmee krijgen ze toestemming om ergens anders te wonen. Die ontheffing kan, als de gemeenteraad het wil, telkens met een jaar worden verlengd.

Woeste Grond analyseerde voor alle 56 gemeenten in Brabant welke wethouders er ‘van buiten’ zijn en constateert dat er op dit moment 25 wethouders zijn die ergens anders wonen. Sommige wethouders wonen vlak om de hoek in een naburige gemeente, maar er zijn ook wethouders die tientallen kilometers moeten reizen voordat ze bij het gemeentehuis zijn. Het vaakst zijn het CDA’ers die niet in de eigen gemeente wonen, gevolgd door D66’ers. De gemene deler bij bijna alle bestuurders is dat ze al buiten de gemeente woonden voordat ze als wethouder aan hun taak begonnen.

Wethouder Rick Vermin van de gemeente ’s-Hertogenbosch woont bijvoorbeeld 79 kilometer van het stadhuis vandaan, in Amsterdam. Hij neemt elke ochtend de trein vanuit de hoofdstad naar Den Bosch en keert ’s avonds weer terug. ‘Het is een uurtje van deur tot deur’, vertelt Vermin in zijn traditionele werkkamer in het Bossche stadhuis. ‘Als het echt laat wordt, blijf ik in Den Bosch overnachten. Ik heb een AirBnB gevonden waar ik heel prettig kan slapen.’

Vermin werd door de GroenLinks-fractie ingevlogen nadat de vorige wethouder, Ufuk Kâhya, moest opstappen na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. ‘Ze waren na zijn aftreden op zoek naar een ervaren bestuurder die op een rijdende trein kon springen. Ik heb Kâhya nog gesproken en hij wist Den Bosch echt te verkopen. Nadat ik een brief had geschreven en hier kennis had gemaakt, ben ik door de fractie voorgedragen.’

Verhuizen wilde Vermin voorlopig niet. Zijn kinderen gaan in Amsterdam naar school, zijn vrouw heeft daar een carrière en de wethoudersfunctie is maar voor tweeënhalf jaar, tot aan de volgende verkiezingen.

In boerenkiel

Hij is er eerlijk over: het is soms even puzzelen als je zo ver weg woont. ‘Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraadsleden zijn allemaal sterk geworteld in de gemeente. Ik heb een historische kennisachterstand. Welke mensen zijn in de stad actief, wat doen ze, waarom doen ze wat ze doen? En soms weet ik een straat niet te vinden, dus het is soms ook een letterlijke zoektocht. Wat dat betreft is het harder werken dan mijn andere collega’s.’

Naar eigen zeggen stapte de wethouder al vanaf de eerste dag op de fiets om de gemeente te leren kennen. Voordat hij officieel geïnstalleerd was, ging hij mee op sjouw tijdens de elfde van de elfde, keurig in boerenkiel gehesen. ‘Ik geloof er niet in dat je bestuurt vanuit het stadhuis en ik heb geprobeerd zo snel mogelijk de verbinding met de inwoners te zoeken.’

Rick Vermin is wethouder in 's-Hertogenbosch, maar woont in Amsterdam.
Rick Vermin is wethouder in ‘s-Hertogenbosch, maar woont in Amsterdam.

Hoe kan het eigenlijk dat er in een gemeente met ruim 160.000 inwoners geen geschikte bestuurder te vinden is? Wies Korver-van Weegberg, fractievoorzitter van GroenLinks, was niet per se van zins een wethouder van buiten de gemeente te halen. ‘We hebben echt eerst gekeken of we iemand in de eigen gelederen hadden die de sociale portefeuille kon en wilde dragen. Dat was niet het geval.’

Binnen de fractie, op de kieslijst, in het eigen netwerk: nergens was een kandidaat te vinden die voldeed aan het ideaalplaatje. Bestuurlijk goed uitgeruste Bosschenaren hadden vaak niet de ambitie om wethouder te worden. Of: het paste niet in hun carrièrepad. ‘Sommigen wilden wel wethouder worden, maar niet in Den Bosch. De periode waarin wethouder Kâhya moest opstappen was geen leuke. Er zijn bestuurders die zich afvragen of zij daar wel op zitten te wachten. Ik denk dat de lokale politiek sowieso steeds minder mensen aantrekt: de relaties zijn flink verhard.’

Ook in kleinere gemeenten in Brabant is het soms behelpen. Voor het eerst in de geschiedenis van de gemeente Alphen-Chaam, zo’n 10.500 inwoners sterk, werd vorig jaar een wethouder van buiten gehaald. Het college viel, het CDA kwam in de coalitie terecht en moest snel op zoek naar een vakkundig bestuurder. ‘Wij vonden iemand met kennis en kunde veel belangrijker dan iemand die binding had met de gemeente’, zegt CDA-fractievoorzitter Lammert Westra. ‘Binnen de gemeente Alphen-Chaam waren er geen CDA’ers die aan de kwalificaties voldeden en die beschikbaar waren. Via het CDA Brabant kregen we een aantal namen door en uiteindelijk hebben we Eric Daandels naar voren geschoven.’

‘Ik doe deze job voor tweeënhalf jaar en daar ga ik niet voor verhuizen’

– Eric Daandels, wethouder in Alphen-Chaam

Het wethouderschap van buiten is Daandels zeker niet onbekend. De beroepsbestuurder uit Heeswijk-Dinther sloeg eerder op de trom in zijn eigen gemeente Bernheze, in Grave en in Waalwijk. ‘Ik begreep dat ze het in Alphen-Chaam wel fijn vonden dat iemand met een helikopterview naar die gemeente kon kijken. Dat ze ook op zoek waren naar iemand die de ruimtelijke portefeuille op zich kon nemen, hielp voor mij wel. Als ik financiën had moeten doen, had ik niet helemaal in mijn kracht gezeten.’ Daandels woont nu hemelsbreed 44 kilometer van zijn werkplek vandaan.

Hoe houdbaar is de wet eigenlijk nog als wethouders redelijk makkelijk ergens anders kunnen wonen? Moet het ‘woonplaatsvereiste’, zoals de eis om te wonen waar je werkt genoemd wordt, niet gewoon geschrapt worden? De Tweede Kamer heeft er eerder over gediscussieerd, maar de Eerste Kamer wilde niet tot afschaffing overgaan. ‘Dat had ik het liefst wel gezien’, zegt Daandels. ‘Ik doe deze job voor tweeënhalf jaar en daar ga ik niet voor verhuizen. Sommigen kunnen die jaarlijkse ontheffing gebruiken als een politieke stok om mee te slaan.’

Wethouder als vriendin

Wethouders waarmee Woeste Grond sprak zijn eensgezind: ja, het is heel belangrijk dat bestuurders binding hebben met hun eigen gemeente, maar dat de gemeenteraad jaarlijks een ontheffing moet verlenen, slaat eigenlijk nergens op. Die ontheffing kan ook één keer tot aan de volgende verkiezingen worden afgegeven, zo stellen sommige wethouders voor.

Het komt overigens ook voor dat wethouders die wél in de gemeente wonen tijdens hun bestuursperiode vertrekken. Thom Blankers, wethouder in de gemeente Heusden, vertrok uit zijn stulpje in Nieuwkuijk en verkaste naar een nieuwe woning in ’s-Graveland, 60 kilometer verderop. ‘Mijn vriendin was ook wethouder. Wij wilden gaan samenwonen, maar we konden natuurlijk niet allebei wonen waar we werken. We hebben zowel hier als daar naar een woning gezocht, maar ik heb de strijd verloren’, vertelt Blankers.

‘Het was heel moeilijk om aan te kondigen dat ik wegging. In de eerste instantie wilde ik mijn woning hier nog wel aanhouden, maar dat is qua hypotheek heel lastig. We hebben toen de fractievoorzitters bij elkaar geroepen en zij zagen wel in dat ik hier geboren en getogen ben en dat ik hier een groot netwerk heb.’ Volgens Blankers vormde zijn verhuizing voor de gemeenteraad dus geen probleem. ‘Ik snap heel goed dat die regeling er is, maar je kunt als wethouder nooit verliefd worden op een andere wethouder. Dat is wat krom.’

Wethouder Thom Blankers van Heusden verhuisde tijdens zijn ambtsperiode naar ’s-Graveland.
Wethouder Thom Blankers van Heusden verhuisde tijdens zijn ambtsperiode naar ’s-Graveland.

Het woonplaatsvereiste brengt raadsleden overigens wel in een lastige positie. Kundige lokale bestuurders worden steeds schaarser. Welke raadsleden durven nog principieel te zijn en iemands woonplaats als een harde eis in een vacature op te nemen? Zeker in gemeenten die kleiner zijn dan 25.000 inwoners – 24 Brabantse voldoen aan die omschrijving – is de kans dat er een goede bestuurder in de gemeente woont erg klein geworden: Hilvarenbeek en Waalre halen op dit moment zelfs twee van hun drie wethouders van elders. Er is een kans dat de wethouder van buiten in kleine gemeenten eerder regel dan uitzondering gaat worden.

Tegenstemmers in opmars

Alle wethouders zeggen: als ik moet verhuizen, stop ik ermee. Dat belet sommige oppositiefracties in de provincie echter niet om tóch tegen de ontheffing te stemmen. De reiskosten die wethouders extra moeten maken omdat ze verder weg wonen, zijn daarbij regelmatig een van de redenen om tegen te stemmen. Volgens berekeningen van Woeste Grond declareerden de huidige wethouders van buiten samen minstens 32.383,01 euro aan reiskosten voor woon-werkverkeer. Dat bedrag is eigenlijk nog een stuk hoger, omdat niet alle gemeenten openheid van zaken wilden geven. Het staat buiten kijf dat het totaalbedrag in elk geval een stuk lager was geweest als de wethouders allemaal wél in hun eigen gemeente hadden gewoond.

Andere partijen vinden de reiskosten niet eens zo bezwaarlijk, maar vinden wel dat wethouders écht ‘van binnen’ moeten zijn: zij vrezen een gebrek aan betrokkenheid of vinden het niet fair dat een wethouder bijvoorbeeld twee huizen aanhoudt. Wethouder Vermin van ’s-Hertogenbosch kreeg één stem van Volt tegen zich bij zijn eerste ontheffing, evenals wethouder Blankers van Heusden, die een tegenstem van Heusden Verbindt moest verdragen. Regelmatig zijn het lokale eenmansfracties die niet instemmen met het verstrekken van een ontheffing.

Maar het kan ook stelliger: bij de verlenging van de ontheffing van de Tilburgse wethouder Rik Grashoff stemden begin dit jaar 10 van de 45 raadsleden tegen, bij voormalig wethouder Monique Esselbrugge van Eindhoven keerden zelfs 17 van de 40 aanwezige raadsleden zich tegen het besluit om de ontheffing te verlengen.

De tegenstemmer is in opmars, maar de kans dat een wethouder gedwongen moet opstappen vanwege enkele tegenstemmers in de gemeenteraad is klein. In heel het land gebeurde het slechts twee keer dat een wethouder écht het veld moest ruimen omdat hij niet wilde verhuizen. De wethouder van buiten zal dus stand blijven houden, ook omdat gemeenteraden weten dat ze eigenlijk niet anders kunnen. Hoe graag ze het ook anders zouden zien: niet overal wonen goede bestuurders.

De binding komt in veel gevallen dus op de tweede plek, al vinden sommige wethouders dat je die binding niet alleen moet definiëren op basis van woonplaats: er is tenslotte een groter plaatje. ‘Ik ben echt een Brabander’, zegt wethouder Daandels. ‘Ik ken Brabant in hart en nieren, dus ik zal het wat werk ook in het Brabantse houden. Je moet mij niet vragen om naar Friesland of Overijssel te gaan, dan zal het antwoord ‘nee’ zijn.’

Onze data

Bij Woeste Grond vinden we het belangrijk dat je onze onderzoeken zelf kunt controleren. Klik op de links hieronder om bestanden te bekijken die we voor dit verhaal gebruikt hebben.

Overzicht van wethouders, woonplaatsen en reiskostenvergoedingen
In dit Google Spreadsheets-bestand vind je een overzicht van alle wethouders die buiten de provincie wonen. Per wethouder is genoteerd waar hij woont, welke reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer hij tijdens zijn ambtsperiode ontvangen heeft en de reden die de wethouder opgeeft om niet in zijn eigen gemeente te wonen. Daarnaast is het aantal ontheffingen genoteerd.