Skip links
Terug naar alles van Openbare ruimte

Weggehaalde bankjes laten in onze dorpen en steden nog best eens een litteken achter

De afgelopen jaren zijn er op tientallen plekken in Brabant zitbankjes verdwenen vanwege vermeende overlast, slecht onderhoud of herinrichting van pleinen en parken. Sommige bankjes keren nooit meer terug op hun oude plek, tot grote teleurstelling van omwonenden. Dit is een ode aan het bankje, dat zichzelf niet verweren kan. Het eerste verhaal in een serie van vier.

Zaterdagmiddag. Op een bankje in het dorpshart van Kaatsheuvel zit een man met een zwarte pet en een blauw Adidas-vest te bellen met een vriend. Even verderop, in Waalwijk, gaat net een vrouw met een grote zonnebril en een rollator zitten om even uit te rusten. Op een bankje in een Tilburgse winkelstraat zitten twee oudere mensen met aardige vakantiehoedjes op hun hoofd en een grote puntzak friet in de hand, op een bankje in Den Bosch speelt een man met een zwerversbestaan op zijn trompet.

Aan alles merk je dat dit soort bankjes de reddingsboeien van de publieke ruimte zijn. Ze zijn er om ons letterlijk en figuurlijk te ondersteunen. Als we het zwaar hebben, als we even tot rust willen komen, als we onze kinderen of huisdieren in de gaten willen houden of als we behoefte hebben aan een goed gesprek. Op bankjes zijn lange liefdes vormgegeven, trouwfoto’s gemaakt, dutjes gedaan. Er is op het leven geproost, er is verdriet weggedronken. Het bankje deert het allemaal niet: dat steunt ons, zonder te morren. Het bankje geeft niet op. En: het bankje is er altijd.

Of eigenlijk niet.

Sporen van verdwenen bankjes

Deze zomer vroeg Woeste Grond, in samenwerking met Brabantse lokale weekbladen, aan alle Brabanders om verdwenen bankjes in te sturen. Waar zijn bankjes weggehaald en wat is ermee gebeurd? We kregen in totaal 75 berichten over bankjes die niet meer op hun oude plek zouden staan: van Bergen op Zoom tot Helmond meldden bewoners zich die ervan overtuigd waren dat er bij hen in de buurt een bankje verdwenen is. Sommige bankjes werden vaker genoemd. Van in ieder geval 28 van die bankjes kan Woeste Grond met zekerheid vaststellen dat ze inderdaad uit wandelen zijn gegaan en tot op de dag van vandaag niet meer zijn teruggekeerd. Het zijn er hoe dan ook veel meer.

Verdwenen bankjes laten af en toe sporen na. Soms resteert er een strookje met mos begroeide kasseien in een grasveld, soms staat er een solitaire prullenbak te verpieteren, soms steken de ankers van wat ooit was nog uit de grond. Veel vaker is er niets meer van te zien als er een bankje ontworteld raakt: de gaten in de grond worden weer opgevuld met aarde, een jaar later merk je nergens meer aan dat er een bankje heeft gestaan.

Er is grofweg een tweetal redenen waarom bankjes sneuvelen. De eerste: bankjes verdwijnen vanwege herinrichtingen, bijvoorbeeld als er een straat opnieuw wordt aangelegd, als er een bushalte verdwijnt of een plantsoen wordt opgeknapt. De tweede: er is overlast – van jongeren, van drugsgebruikers, van daklozen – en gemeenten hopen dat die overlast verdwijnt als het bankje wordt weggehaald. Slechts enkele verdwenen bankjes vallen niet in die categorie. In alle gevallen is de conclusie echter: zitten is prima, maar liever niet meer hier.

En wat ís het probleem eigenlijk? We kunnen toch best met één bankje minder in het dorp of in de wijk als er genoeg andere bankjes overblijven? Klein leed, niet meer, niet minder.

Mensen met rollators

Dat zou je zeggen, maar desalniettemin zijn er tientallen bankjes in de provincie waar mensen zeer aan gehecht zijn. Het bankje bij de hondenuitlaatplaats aan de West-Vaardeke in Oudenbosch is daar een voorbeeld van. Dat bankje fungeerde lang als sociaal cement voor een groep hondenuitlaters in de wijk, tot dat bankje begin deze zomer door de gemeente Halderberge werd weggehaald. Twee ankers herinneren nog aan het bankje dat er ooit gestaan heeft.

‘De buren aan de overkant hebben last van onze honden als ze blaffen’, zegt Herman Kraak (67). Hij laat hier al zes jaar zijn hond Marly uit. Het is een simpel veldje met een tiental bomen en een dubbel hekje, zodat de honden niet zomaar kunnen ontsnappen. Buiten het veldje staat een bord met regels. Op een zonnige woensdagmiddag in oktober zijn er zo’n zeven baasjes en honden bij het veldje te vinden: Anita en haar hond Tess, Carina en haar hond Sam en Angêle met haar hond Guus.

‘Mensen die slecht ter been zijn moeten hier ook gewoon kunnen zitten’

– Daniëlle Vervaart, bezoeker hondenveldje

Zij weten dat sommige buurtbewoners van mening zijn dat het te druk is op hun veldje. Die buurtbewoners deden hun beklag bij de gemeente. Te druk, te luid, te veel geblaf. Na een hoog opgelopen conflict tussen een hondeneigenaar en een van de boze buren, waarbij ook dreigementen zouden zijn geuit, heeft de gemeente besloten het bankje weg te halen. ‘Het zitbankje verlengt met enige regelmaat de verblijfstijd van een hondenbezitter’, laat de gemeente weten.

‘Kijk, wij kunnen nog gerust staan’, zegt Daniëlle Vervaart (55), baasje van hond Sammie. ‘Maar er komen hier ook mensen met rollators, of mensen die slecht ter been zijn. Die moeten hier ook gewoon kunnen zitten en dat kan nu niet meer. En het ziet er nu ook niet uit.’ Volgens Vervaart komen er weleens mensen die met hun boot in de haven liggen met hun hond naar het veldje toe en zien ze vervolgens dat er geen bankje meer staat. ‘Dit is geen visitekaartje voor Oudenbosch.’

Trudy Verhoeven en Herman Kraak bij het verdwenen bankje in Oudenbosch.
Trudy Verhoeven en Herman Kraak bij het verdwenen bankje in Oudenbosch.

Het bankje is het zwaartepunt geworden van onenigheid in de wijk. Sommige buurtbewoners willen dat het veldje helemaal wordt opgeheven en het weghalen van het bankje lijkt een soort compromis te zijn. ‘Natuurlijk is het zo dat de honden weleens blaffen’, zegt Kraak. ‘Maar het is echt niet zo dat wij nu minder lang blijven omdat dat bankje weg is. Ze pakken er alleen de mensen die niet meer lang kunnen staan.’

Of mensen zoals Trudy Verhoeven (56). Zij zit in een elektrische rolstoel. Haar hond Flac is onlangs overleden, maar Verhoeven blijft naar het veldje komen. ‘Door dit veldje heb ik een vriendenclub gekregen. Ik woon aan de Zellebergen, bij veel oudere mensen in de buurt. Die vragen aan mij of er al hondjes op het veld zijn. Dan gaan we kijken en komt er een big smile op die gezichten. Zij kunnen nu niet meer op dit bankje gaan zitten.’

Inmiddels is het bankje ruim een half jaar verdwenen en de vraag is of het ooit nog terugkomt. De hondeneigenaren hebben er een hard hoofd in. Begin volgend jaar bekijkt de gemeente of deze maatregel effectief genoeg was en wordt besloten of het bankje wordt teruggeplaatst of niet. ‘De eerste signalen geven aan dat door het verwijderen van de zitbank, de mate van overlast is verminderd’, laat de gemeente desgevraagd weten.

Bij het graf

Dat bankje heeft niks verkeerd gedaan, maar wordt wel voor zijn aanwezigheid gestraft. En zo gaat het vaker mis. Tweeënhalf jaar geleden namen Henny van Putten (62) en haar kinderen afscheid van hun man en vader Simon. Samen kozen ze een plekje uit waar hij begraven zou worden: op de Algemene begraafplaats Zundertseweg, op een veldje achterin. ‘Mijn jongste zoon vond dit zo’n mooie plek. Er stond ook een bankje bij, zodat je tenminste even kon gaan zitten als je er was. Hij had dat helemaal zo bedacht.’

En toen ineens was het bankje verdwenen. Geen aankondiging, geen briefje, geen bordje. Wie nu op de begraafplaats gaat kijken, ziet alleen een ietwat treurig zanderig strookje grond. ‘Toen we dat zagen, vonden we dat best vreemd. Hier heb je niet te maken met hangjongeren, met vernielingen of met wat dan ook. Waarom is dat bankje dan weg?’, vraagt Van Putten zich af. ‘Het stond onder de bomen, misschien werd het te vies.’

Niets op het kleine, zanderige stukje grond herinnert nog aan het bankje dat hier begin deze zomer nog stond.

Volgens de gemeente Etten-Leur, eigenaar van de begraafplaats, is het bankje vertrokken tijdens een ‘onderhoudsronde’. Het bankje zou in slechte staat zijn en het onderhoud dat nodig was, zou ‘te intensief’ zijn. ‘De technische staat van het bankje en het intensieve onderhoud dat nodig was, stonden niet in verhouding tot het beperkte gebruik ervan.’

Beperkt gebruik? Dat vindt Van Putten een bijzondere constatering. ‘Is er iemand met een teller bij gaan staan?’

Het bankje is niet alleen verdwenen, maar zelfs volledig afgevoerd: de bruikbare materialen zijn volgens de gemeente wel hergebruikt. ‘We begrijpen dat het verdwijnen van het bankje gevoelens oproept, zeker wanneer het deel uitmaakt van iemands vaste plek bij een dierbaar graf’, aldus de gemeente. Het bankje komt niet terug, maar in het gemeentehuis van Etten-Leur bekijken ze ‘de mogelijkheden voor nieuwe of andere zitgelegenheden in de toekomst.’

‘Ze moeten terug’

Wie een bankje weghaalt, brengt een doelbewust litteken aan in de openbare ruimte, en soms bij mensen zelf. Een litteken dat zich soms moeilijk laat verbergen. De vraag is wie de wonden kan helen. Is er nog iemand die publiekelijk voor het bankje durft op te komen? Wie ontketent er eens een protest voor nieuwe bankjes? Wie schildert er een spandoek en gebruikt dat om dag na dag mee te demonstreren, voor de neus van de wethouder en alle ambtenaren?

‘Onze behandelaren wandelen heel veel in het park met revalidanten. Het is spijtig dat zij geen rustpunt meer hebben tijdens hun therapie’

– Woordvoerder revalidatiecentrum Revant

Misschien ontbreekt het bewoners aan een krachtige roep, een megafoon, een massale vuist. Omwonenden van het Van Koolwijkpark in Breda moeten het gros van hun bankjes al vier jaar missen. In 2020 is het merendeel weggehaald omdat er drugs werd gedeald en er mensen werden lastiggevallen, nu hebben de bewoners er zelf geen plekje meer. ‘Het park ligt op een wandelroute van het Brabantpark naar de binnenstad. Voor veel ouderen was het een fijn rustpunt en werknemers van de kantoren en de hogescholen in de buurt gebruikten de bankjes om op te lunchen’, zegt een bewoner. ‘Ze moeten echt terug.’

Ook door revalidatiecentrum Revant, dat op een halve minuut lopen van het park ligt, worden de bankjes gemist, zeggen behandelaren daar. ‘We wandelen heel veel in het park met revalidanten. Hetzij voor looptraining, voor de opbouw van conditie of juist ter ontspanning of een goed gesprek. Het is dan al jaren zeer spijtig dat de revalidanten geen rustpunt meer hebben tijdens hun therapie’, zo klinkt het. ‘Of dat ze niet even met visite in het park kunnen zitten.’

De gemeente Breda geeft aan dat jongerenwerkers en boa’s hebben geprobeerd de overlast te beperken, maar dat dat onvoldoende uithaalde omdat de onrust ook ’s nachts doorging. ‘Met het weghalen van de bankjes is de overlast grotendeels verdwenen. In principe verwijderen we zo min mogelijk bankjes.’

Ja, een solitaire prullenbak staat er nog in het Van Koolwijkpark in Breda. Het bankje dat er ooit stond, is weggehaald.
Ja, een solitaire prullenbak staat er nog in het Van Koolwijkpark in Breda. Het bankje dat er ooit stond, is weggehaald.

Er lopen inmiddels gesprekken met een aantal bewoners over het park, zegt de gemeente. ‘Met de werkgroep is afgesproken dat alle omwonenden actief betrokken gaan worden bij een plan om de beperkte terugkeer van een aantal bankjes te realiseren. Hierbij hebben we extra aandacht aan de specifieke locaties waar de bankjes komen te staan: zoveel mogelijk in een open omgeving of in de buurt van verlichting.’

‘Beperkte terugkeer’. Het bankje moet schikken.

Tussen ideaal en twijfel

Ook op de vele pleintjes die Brabant rijk is, kan het bankje steeds moeilijker wortel schieten. Soms worden de bankjes daar opgeslokt door de horeca. Op het Beursplein in Bergen op Zoom moest een aantal jaren terug al een drietal openbare bankjes aan de uitbreidingsdrift van een horecagelegenheid geloven. Op de Ginnekenmarkt in Breda staan nog drie stenen bankjes, volledig ingebouwd door de Bolero-stoelen, de parasols en in de zomer zelfs een pallet of een bloempot. ‘Je kunt daar dus niet meer vrij gaan zitten’, constateert ook een respondent op onze oproep.

Misschien is het hoopgevend dat een bankje niet altijd bewust wordt weggehaald, of dat instanties niet weten dat een bankje intensief gebruikt wordt. In Halsteren verdwenen een paar bankjes bij bushokjes die veel door wandelende ouderen werden gebruikt. Een mevrouw op leeftijd gebruikte zo’n bankje als rustpunt, zodat ze naar de bibliotheek kon lopen. Maar toen Arriva besloot dat de bus ineens een andere route moest rijden, verdwenen de bushaltes en de bijbehorende bankjes ook. Die komen volgend jaar gelukkig wel terug, laat de gemeente Bergen op Zoom weten.

Zo’n toezegging doen, dat kunnen niet alle gemeenten. Ze worstelen om goede zitplekken te maken voor iedereen. En ja, dan kijken ze vooral vaak naar de nadelen van een keuze.

‘De paddenstoelen groeien ertegenaan’

– Boxtelaar over een bankje

Vorig jaar werd duidelijk dat de gemeente Tilburg zogenaamde ‘re-public chairs’ wilde gaan plaatsen op het Stadsforum: losse stoelen die iedereen naar hartelust kon gebruiken en die ’s avonds door ondernemers weer binnen zouden worden gezet. Hoe mooi dat idee ook klinkt: praktische bezwaren stonden ook hier de werkelijkheid in de weg. ‘Er is nog geen concreet plan voor, maar we kijken nog hoe we deze stoeltjes kunnen gebruiken, wellicht in de plint van het stadhuis.’

Binnen, dus. Een plek waar een dakloze zich bijvoorbeeld niet altijd even welkom zal voelen. Hier botsen de idealen op de twijfels.

Over alternatieven voor bankjes wordt in elk geval ruimschoots nagedacht, ook op het terrein van particuliere grondbezitters. In het Boxtelse park Stapelen, eigenaar van vastgoedondernemer Xander van Mierlo, vielen ruim tien jaar geleden enkele betonnen bankjes ten prooi aan vandalen. Er kwamen solidere zitplekken voor terug: banken die uit een volledige boomstam waren gezaagd.

Die hebben een natuurlijke look die aansluit bij het karakter van het park, maar worden binnen de kortste keren helemaal nat. ‘Ze zien er leuk uit, maar ze zijn niet praktisch, het water blijft erin staan en de paddenstoelen groeien er tegenaan’, zegt een Boxtelaar. ‘Ik ga er niet op zitten’, zegt een andere inwoner. Voor de Boxtelse wandelaar is dus een alternatief geboden: een alternatief dat helaas niet voor iedereen even goed werkt.

Een minuut stilte

Hoe mooi en inspirerend dat soort ideeën ook zijn: écht doorpakken durven gemeenten of grondbezitters vaak niet. Ze zijn bang: voor dronken daklozen, voor barbaarse jongeren, voor haveloze dieven die er met hun bankje vandoor gaan. Wat doen dat soort types met het aangezicht van ons plein, van onze wijk, van ons straatbeeld? Die mensen willen we niet bij ons in de buurt hebben, en verbannen we dus eigenlijk naar een plek waar er minder over hen geklaagd wordt. We verbannen ze door hun bankje weg te halen. Een bankje dat ook van hen is, maar schijnbaar niet voor hen is bedoeld.

Toen de bushalte verdween, verdween ook het bankje op deze plek. Volgend jaar komt het terug.
Toen de bushalte verdween, verdween ook het bankje op deze plek. Volgend jaar komt het terug.

Het probleem is dat veel instanties de bankjes inmiddels als boosdoeners beginnen zien. Bij vermeende overlast lijkt het makkelijker om het bankje uit zijn voegen te tillen dan om de rotzooitrappers aan te pakken. Ja, dealende hangjeugd is vervelend, natúúrlijk is het dat, maar we moeten ons afvragen of zij niet net zoveel recht hebben op die zitplek als ieder ander — als ze zich een beetje gedragen. En we moeten ons vooral afvragen waarom we het bankje zelf telkens de schuld geven. Daar gaat een groot onvermogen om écht iets te veranderen achter schuil.

Daarom nu dit idee: overheidsinstanties, vastgoedpartijen en grondbezitters die het bankje straffen, moeten binnen hun organisaties een ‘bankjesoverleg’ gaan voeren. Daarin spreken ze af geen bankjes meer weg te halen, of alleen als ze helemaal vervallen zijn. De burgemeester opent het overleg met de volgende slagzin: ‘De oorzaak van overlast is de mens, nooit de omgeving.’ Daarna is er een minuut stilte voor alle bankjes die ons ontvallen zijn.

Dat bankjesoverleg is natuurlijk voor iedereen toegankelijk. Buiten, op een mooi dorpsplein of stadsforum. En iedereen mag zijn eigen bankje meenemen om dat te doneren aan de gemeente of aan de woningcorporatie. Die zorgt dat het een mooie plek krijgt. In een park. Langs een beekje. Bij een kruising.

Of bij het graf van Simon van Putten.

Wil je de missie van Woeste Grond steunen? Doneer dan. Alleen met voldoende geld kunnen we mooie verhalen blijven maken. Of overweeg fan te worden, voor een vast bedrag per maand.

Bedrag





 

Onze data

Bij Woeste Grond vinden we het belangrijk dat je onze onderzoeken zelf kunt controleren. Klik op de links hieronder om bestanden te bekijken die we voor dit verhaal gebruikt hebben.

Overzicht van verdwenen bankjes die door bewoners zijn ingestuurd
In dit Google Spreadsheets-bestand vind je de inzendingen voor verdwenen bankjes die we van bewoners hebben ontvangen. Bij elk bankje lees je ook of Woeste Grond heeft kunnen vaststellen of het bankje al dan niet is verdwenen.